Opdracht 3.3 Investeringsbegroting

Een bedrijf starten kost geld. In de investeringsbegroting zet je op een rij wat je minimaal nodig heeft om te kunnen starten. Een investeringsbegroting bestaat uit zogenaamde “vaste activa” en ” vlottende activa”. Een voorbeeld van een investeringsbegroting staat hierboven.

Vaste activa: Bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in jouw bedrijf aanwezig zijn. Voorbeelden:

  1. Huisvesting: maak je gebruik van een eigen locatie (koop / huur?)
  2. Inventaris/machines: moet deze locatie worden ingericht (tafels/stoelen/computers/machines?)
  3. Vervoermiddelen: heb je één of meer eigen (vracht)auto’s nodig, of huur je dit per keer in?

Vlottende activa: Bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in jouw bedrijf aanwezig zijn, zijn de vlottende activa. Voorbeelden hiervan zijn;

  1. Voorraad: heb je een (begin)voorraad nodig om van start te gaan?
  2. Debiteuren: dit zijn vorderingen op klanten die op rekening bij jou gekocht hebben (zij krijgen bijvoorbeeld één of meerdere weken om te betalen)
  3. Aanloop- en openingskosten: dit zijn kosten die je maakt voordat je omzet maakt, zoals notariskosten, inschrijving bij de Kamer van Koophandel, levensonderhoud in de eerste periode na de start, marktonderzoek, advieskosten, visitekaartjes en briefpapier.
  4. Banksaldo: je moet wat geld op de bank hebben staan om de lopende uitgaven te kunnen betalen
  5. Kasgeld: je moet soms wat kasgeld hebben om de lopende uitgaven te kunnen betalen

 

 

Opdracht 3.4: Maak een investeringsbegroting voor jullie TeamBedrijf. Hoeveel geld hebben jullie nodig om jullie TeamBedrijf op te starten? Zet jullie investeringsbegroting op het Business Model Canvas.

Tip: Heb je extra informatie nodig om een dergelijk overzicht te maken. De Rabobank biedt een mooi overzicht. Van concrete voorbeelden tot en met een invulmodel voor alle financiële gegevens. Klik hiervoor op deze link.

 

Back to Top